top of page

De parabel van de twee ijsblokken

 

Er waren eens twee ijsblokken. Tussen hen was er een koele verhouding, wat begrijpelijk was. De ene dacht: ‘Waarom komt die ander niet dichter?’ Maar het ijsblok kon niet gaan of komen. Toen dacht die ene: ‘Als die ander ontdooit, dan ontdooi ik ook.’ Maar aangezien het ijsblok niet uit zichzelf ontdooit, ontdooide geen van beide. Zo gebeurde het dat niemand naar hen kwam en ieder nog meer verijsde in zichzelf. Na maanden – of was het na jaren - ontdekte het ene ijsblok op een middag, toen de zon straalde, dat het smelten kon en het zag dat het vervloeide tot water, en dat hij t och zichzelf nog was. Ook die ander deed die wonderlijke ontdekking. Langs allerlei greppels vloeiden ze naar elkaar toe. Ze ontmoetten elkaar. Ze proefden de koude nog wel, maar ook elkaars kleinheid en goede wil, en elkaars noden en die van anderen. Ze vonden dat ze elkaar nodig hadden en één moesten blijven. Toen kwam er een kind, en dan nog één, en nog anderen, en die lieten scheepjes varen op dat grote sterke water. En ze hoorden dat de kinderen gelukkig waren. Die vreugde scheen als een zon in het water.

bottom of page